Zelfbeeld: Obsessie alARM

I hate hating my body. Actually, I don’t even hate my body. I just worry everyone else might.
— Becky Albertalli

Laatst werd ik geconfronteerd met een diepgewortelde onzekerheid.

Ik ben een vrouw die heel haar leven geschommeld heeft in gewicht, en in mijn ogen, kunnen anderen dit zien.

Dezelfde onzekerheden die ik had in een zwaarder lijf, heb ik in dit minder zware lijf ook. Deze gebieden zijn namelijk niet verminderd in mijn ogen.

Ik heb altijd flinke benen en armen gehad. Zelf vind ik ze buitenproportioneel dik, al is dit niet altijd waar.

Ik kan mij ook ontzettend goed in mijn lijf voelen, genieten en mij mooi voelen…. Zolang ik niet in de spiegel kijk of naar een foto van mezelf.

Gevoelsmatig is mijn lijf in orde. Ze beweegt, ze leeft, ze is gezond en ze maakt plezier. Dat is wat een lijf moet doen, toch?

Maar zodra ik mijn buitenkant via de ogen van een ander kan zien, gaat het mis.

Ik ben dan bezig met wat een ander van MIJN lijf zal vinden. Ieder shirtje of broekje dat ik aantrek word wel duizend keer van meerdere kanten bekeken, soms met camera, zodat ik zeker weet dat er geen extra vetjes zichtbaar zijn, of stukken die minder flatteus zijn.

In de ogen van een ander dan hè.

 

Nu het weer warmer weer begint te worden, en ik nieuwe T-shirts nodig heb, word ik geconfronteerd met mijn onzekerheid. En dan komt de obsessie voor mijn boven armen tevoorschijn.

Nu zal je misschien denken, maar Lieke dit is zo’n geval van, jij denkt dat mensen het zien maar het valt niemand op!

Juist… dat is inderdaad ook wat ik heel lang dacht.

‘Iedereen kijkt naar die dikke armen en vindt ze vies!’

‘Nee, nee, realistisch gezien klopt dat niet. Niemand kijkt naar die armen, alleen ik zie dat.’

Tot de dag dat die angst waarheid werd…

Ik werkte een tijd in een pretpark, waar we continue met wisselende collega’s werkte.

Op een dag werkte ik met een jongen samen die wat meer aandacht nodig had door speciale behoeften. Ik kende hem al wel, hij had de neiging iets tè eerlijk te zijn.

Het was zomer en de korte mouwen bloesjes van de werkkleding waren niet gemaakt voor wat… vollere armen. Zeker de damesvariant niet. Deze gaven een zeer mooi rollade model aan je armen. Doordat ik volle armen heb, zijn ze bobbelig met extra vetkwabben.

Ik stond naast deze jongen te werken en we waren in gesprek. Toen hij ineens met zijn vinger in mijn arm kwabben begon te prikken en zei: ‘ Gadverdamme! Heb jij een ziekte of iets? Wat vies dit, alsof er pus inzit!’

Ik bleef kalm, en ik heb nog rustig met deze jongen gewerkt. Eerst probeerde ik er lollig op in te gaan, immers was ik al zo gebroken in mijn leven dat ik geloofde dat hij het recht had dit te zeggen over mijn lijf. Maar kort daarna heb ik hem wel uitgelegd dat ik het niet tof van hem vond.

Die avond ben ik in mijn auto gestapt en heb ik flink gehuild. De volgende dag heb ik al mijn korte mouwen bloezen geruild voor de mannenvariant. Deze hadden langere en bredere mouwen. Zo kon niemand mijn bovenarmen nog kon zien.

Dit voorval is in mijn netvlies gebrand. Het heeft mijn overtuiging dat ik walgelijk ben voor anderen namelijk bevestigd.

 

Hierdoor heb ik moeite met korte mouwen shirts te kopen en dragen. De mouwen mogen niet te strak zitten, want ik wil niet dat iemand kan zien dat mijn armen zo zijn. Ik wil niet dat iemand er nog iets van zegt.

Het is een soort obsessie, waardoor ik de hele dag naar mijn boven armen kijk en er mee bezig ben. Zeker als ik een T-shirt aan trek dat omhoog kruipt, of dat strakker aangesloten mouwtjes heeft.

En daardoor kan ik mijn lijf haten.

Eigenlijk vind ik het vermoeiend een hekel te hebben aan mijn lijf, vaak voel ik me gewoon goed en normaal. Maar ik ben en blijf bang dat anderen mij vies, walgelijk en lelijk vinden.

Dit wil ik loslaten, want mijn lijf is van mij, en het is het enige lijf dat ik krijg.

En ja, mijn armen zijn flink, maar ik kan mijn geliefden ermee omhelzen, en dat feit alleen al, maakt ze mooi.

Vorige
Vorige

Niet lullen, maar vullen.

Volgende
Volgende

I just love (to hate) myself